Strijd tegen sluipmoordenaar tinnitus

Strijd tegen sluipmoordenaar tinnitus

‘Ineens botste het in mijn hoofd’

Iedereen kent zijn muziek, slechts weinigen kennen hém. Componist STEPHEN EMMER is de man achter talloze tv-tunes, van ‘Tijd voor MAX’ tot ‘Beau’. Al ruim tien jaar lijdt de musicus en zoon van de nieuwslezer van weleer FRED EMMER aan tinnitus, een constante ruis en piep in zijn oor. Met zijn Artists Against Tinnitus Foundation gaat hij nu de strijd tegen de ‘onzichtbare’ ziekte aan.

Nooit meer stilte, altijd die onophoudelijke stoorzender in je hoofd. Het is de nachtmerrie van elke muzikant en zo ook van STEPHEN EMMER (65). Zijn naam mag bij het grote publiek onbekend zijn, in de muziekwereld staat hij bekend als The Seven Minute Man, omdat er elke zeven minuten wel een tune of een jingle van hem op de radio en/of tv te horen is. Voor hem en veel anderen helaas nooit zonder bijgeluid.

‘Zeker één op de drie musici van het Concertgebouworkest heeft tinnitus,’ weet Stephen, net zoals hij weet dat dat nog maar het topje van de ijsberg is. ‘Het is een wereldwijde epidemie aan het worden, ook onder jongeren. Er moet nú wat gebeuren.’

Zelf kwam hij vorig jaar ‘uit de kast’. Het was de hoogste tijd, vond hij, om het taboe te doorbreken, de gehoorstoornis bespreekbaar te maken en te vechten voor volumemaatregelen bij muziekevenementen en concerten.

 

‘Veel musici praten er liever niet over uit angst voor hun baan.’

Zelf hield hij die irritante ‘medebewoner’ in zijn hoofd meer dan tien jaar geheim, maar inmiddels durven er meer artiesten over te praten. MILO DRIESSEN van Goldband maakte bekend dat ook hij aan tinnitus lijdt - ‘Een soort fluit en soms een lage brom in de oren’ - en dj-nestor JOOST VAN BELLEN hoort ‘een zoemertje en piepgeluidje zoals vroeger bij het testbeeld van de tv’.

Emmer: ‘Het is een aandoening die lastig uit te leggen is. Anderen zien het niet en horen het niet, maar het is er wel. Altijd.’

Te veel stress, te veel prikkels kunnen hem uit balans brengen.

‘Als ik dat voel aankomen, móet ik rust nemen.’

Uitgaan naar een café, restaurant of concert is er bijna niet meer bij. Dat is vaak te heftig. Voor Stephen begon de ellende, achteraf gezien, zo’n veertig jaar terug.

‘We speelden, begin jaren tachtig, met onze band The Lotus Eaters in een Engels theater waar we gebruik maakten van de geluidsapparatuur van heavy metal-band Motörhead. Tijdens de soundcheck stond ik achter de keyboards en gebaarde niets te horen. Ineens draaiden twee van die stoere roadies keihard de volumeknoppen open. Een enorme knal. Ze stonden te lachen, vonden het een leuk geintje. Het deed pijn aan mijn oren. We hebben die avond gewoon gespeeld. Uiteindelijk moet er toen al iets beschadigd zijn.’

 

Sluipmoordenaar    

Tientallen jaren leek er weinig aan de hand.

Stephen: ‘Tot ik in de badkamer stond en mijn toenmalige vriendin vanuit de kamer iets tegen me riep. Ik kon niets verstaan.’

Het werd het begin van een slopende tijd.

‘Want dat is tinnitus, een sluipmoordenaar. Je zou het, al klinkt dat misschien wat zwaar, kunnen vergelijken met diabetes of hoge bloeddruk. Ineens kan het toeslaan. Het botst in je hoofd. Er wordt weleens gezegd: ‘Je moet proberen van je ziekte een vriend te maken,’ maar een vriend wordt dit nooit. Hooguit iets dat je gedoogd, waarmee je moet leren leven.’

Soms kwamen de muren op Stephen af en kende hij momenten van wanhoop.

‘Dan dacht ik: Kan ik nog wel in mijn vak doorgaan?’

Een van zijn therapeuten moedigde hem aan dat wel te doen.

‘Inmiddels heb ik geleerd om toch verder te gaan met componeren. Ik durf zelfs te zeggen dat ik een aantal van mijn beste stukken heb gemaakt na mijn diagnose. Wat dat betreft ben ik misschien wel het levende voorbeeld dat je niet hoeft op te geven. Al is niet elke vorm van tinnitus hetzelfde.’

 

Niet iedereen kan het aan.

‘Op een van de praatgroepen die ik bezocht zat een taxichauffeur die het er ontzettend moeilijk mee had. Later hoorde ik dat hij uit het leven is gestapt.’

Stephen ging en gaat door. In 2020 werd hij voor zijn complete oeuvre beloond met een Buma Award en naast al die herkenningsmelodieën voor programma’s als NOS Journaal, Goedemorgen Nederland, RTL Nieuws, RTL Boulevard en Waku Waku heeft hij ook een hele reeks bijzondere cd-projecten op zijn naam staan, waarvoor hij grote sterren als LOU REED, CHAKA KHAN en JULIAN LENNON wist te strikken.

Lou Reed bleek allerminst de chagrijnige vedette te zijn zoals hij vaak wordt neergezet. De Amerikaanse popheld declameerde een gedicht op Emmers spoken word-album Recitement. Gewoon, omdat hij het leuk vond. Het begon allemaal, vertelde Stephen in een eerder interview, met een telefoontje uit New York. TONY VISCONTI, de man achter de grote albums van DAVID BOWIE, had een demo gehoord en wilde dat arty album van die onbekende Hollandse componist wel produceren.

Stephen: ‘Dat kon ik natuurlijk niet betalen, maar zijn agency zei: ‘Mister Visconti is no longer in it for the money.’ Hij kende ook nog iemand uit zijn tai chi-klas, met een mooie donkere stem, die misschien wel mee wilde doen. Inderdaad: Lou Reed.’

 

India

Dat hij zelf in de muziek belandde is niet zó verwonderlijk. Zijn moeder ROEKIE ARONDS was balletdanseres/actrice.

‘Ze speelde in de populaire tv-serie Pension Hommeles van ANNIE M.G. SCHMIDT en was de jonge vrouw voor wie DONALD JONES dat nog altijd bekende nummer Ik zou je het liefste in een doosje willen doen zong. Mijn ouders gingen uit elkaar toen ik nog heel jong was. Zij had een avontuurlijke en reislustige geest. Op mijn tiende nam ze me mee naar India. In een Austin Mini’tje! Ineens zat ik in een ashram met mijn Aap-Noot-Mies-boekje. Later verhuisde ze nog naar Aruba en Suriname, waar ze een eigen dansschool begon.’

Stephen keerde terug naar Nederland, uit heimwee, en trok bij zijn vader in, ook al geen doorsnee ouder. Als nieuwslezer was Fred Emmer uitgegroeid tot een tv-held in een tijd dat er nog maar weinig kanalen waren.

Stephen: ‘Ik mis hem nog altijd. Hij is er al een paar jaar niet meer. Hij was niet altijd een makkelijke man. Mensen noemden hem vaak rechtlijnig, maar ik zou liever zeggen dat ie eerlijk was. Hij kon mooi praten, maar was geen mooiprater. Zelf genoot hij van zijn bekendheid, al vond ik dat soms lastig. Dan zat je te eten en stond er weer iemand aan ons tafeltje voor een handtekening. Als hij me naar school bracht, zei ik vaak: Laat me er maar om de hoek uit. Later in mijn carrière vond ik het weleens vervelend dat er in interviews steeds naar hém werd gevraagd. Nu heb ik daar geen problemen meer mee. Ik doe het met plezier, ik herinner me zijn humor, zijn gevatheid. En hoe hij me als kind verhaaltjes opstuurde over Kobus de Klokkenluider, een mannetje dat hij zelf had bedacht. Waar hij ook was, dat vergat hij nooit. En als hij ergens voor stond dan bleef hij, hoe dan ook, bij zijn oordeel.’

Zoals Stephen dat nu ook doet in zijn strijd tegen tinnitus. Nog niet zo lang terug sprak hij met de inmiddels demissionaire staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport MAARTEN VAN OOIJEN.

‘Maar die heeft helaas zijn oren naar Horeca Nederland laten hangen door niet met meer wetgeving te komen over verlaging van volumes. Daar heb ik echt geen goed woord voor over.’

En nee, ook niet voor de beslissing om de recente concerten van de Duitse rockband Rammstein in Groningen tóch door te laten gaan ondanks het oorverdovende lawaai dat ter discussie stond.

‘Er was een uitzondering gemaakt omdat ze anders zouden uitwijken naar een andere locatie. Maar we vechten door!’

[Privé - Corrie Verkerk - 20 Augustus 2023]

Contact Subscribe Mediamusic

Contactform


Please read our Privacy & Cookie statement