Stephen Emmer verrast met neo-klassieke ‘Maison Melody’ (Dutch)

Telegraaf interview met Stephen Emmer

Maison Melody heet het album, als een eerbetoon aan zijn huis, of preciezer zijn werkkamer, waar hij schrijft en componeert. Dit geheel in vrijwillige afzondering, aldus Emmer (62), zoon van de in december overleden oud-Journaal-presentator Fred Emmer.

“Ik ben hier vorig jaar al begonnen aan Maison Melody”, vertelt hij. “Al is het wel interessant dat ik toen dus intuïtief aanvoelde hier aan te moeten gaan werken. Wat je moet weten is dat dat verplicht thuis blijven van de afgelopen tijd mijn leven niet wezenlijk heeft veranderd. Ik was al gewend alleen te zijn, ik socialize sowieso weinig, de buurtbarbecue sla ik altijd al over. Qua werk is het momenteel voor mij niet anders dan anders, ik componeer gewoon door. En ik besef heel goed dat dat een bevoorrechte positie is in deze crisis. Maar het leverde wel de situatie op die ik langer wilde creëren: een waarin álle externe prikkels weg zijn en je er echt alleen wat van moet maken. En als je niet naar buiten gaat is er maar een plek waar je heen kunt gaan en dat is naar binnen, naar jezelf. Zo begon dit.”

Nou, niet helemaal, blijkt als we doorvragen. Want hoe komt een man als hij, die zich in het verleden al op uiteenlopende genres als pop, soul en spoken word stortte, uit bij neo-klassiek? “Dan verwijs ik in eerste instantie naar een citaat van Miles Davis: “Wie wil blijven creëren, moet blijven veranderen.” Miles, maar ook artiesten als Elvis Costello en Sufjan Stevens, zijn qua genres net zo grillig als ik. Heel anders dan een band als Bon Jovi of iemand als Bruce Springsteen, die binnen hun eigen lijntjes blijven. Dat je mijn muziek niet herkent aan het genre vinden platenmaatschappijen en hun marketingafdelingen niet handig, maar ik zie het zo: ik zit op school en doorloop een voor een alle klassen”, omschrijft hij. “Al zijn er natuurlijk alweer mensen geweest die ook in Maison Melody echt mij horen. Puristische classici die erop wijzen dat er jazzakkoorden in zitten.” Met een grins: “Ik doe genres graag enig geweld aan.”

Verder vertellend: “De stap naar neo-klassiek zette ik na een concert van de IJslandse componist Jóhann Jóhannson in Paradiso. Die maakte Hollywood-achtige soundtracks, maar wat mij opviel was dat zo’n zelfde muziek-nerd als ik optrad in het popcircuit met niets meer dan een piano en strijkers. Ook viel me op wat voor goede respons hij kreeg van met name jongeren. Dat iemand als hij volle zalen trok met zulke beeldende, instrumentale muziek… Daar herkende ik mezelf in.” Ietwat streng vervolgt hij: “Die term neo-klassiek dekt in mijn ogen de lading ook niet meer, als je ziet wat daar allemaal onder geschaard wordt. Neem iemand als Ludovico Einaudi, die vertegenwoordigt de luie, de simpele kant van het genre. Dat kabbelt maar voort met bijna kinderlijke herhalingen… Ik heb zelf meer met de componisten die zich laten inspireren door Debussy en Ravèl, zoals Federico Mompou met zijn muziek van stilte. Zoals ik ook ooit punk te eenvoudig vond, maar new wave wel weer heel uitdagend.”

Die uitdaging is belangrijk voor hem. “Daar draait alles om. Die zit om te beginnen al in de bezetting met slechts piano, strijkers en een computer. Dat beperkt, terwijl ik gewend ben heel veel te stapelen in mijn muziek. Minder is meer, was het streven bij Maison Melody. Met de billen bloot, met alleen het hoogst nodige. Componeren is een ambacht. Het draait om met behulp van vakmanschap tot de kern komen.”

Ook locatie speelde daarin dit keer een rol. “Wat je op de hoes ziet is mijn werkkamer, met niet meer dan een vleugel en een computer. Collegae als Gustav Mahler en Eric Satie zonderden zich vroeger ook alleen af op zo’n plek, om tot rust te komen. Waar ik vroeger werkte wilde er nog wel eens een junk naar binnen komen met een bijl, wat voor herrie ik aan het maken was. Waar ik nu woon gebeurt dat niet meer.

Hoewel het project dus erg goed past bij deze crisistijd, is er maar een ding echt ‘corona’ aan, besluit hij: “Ik heb dit als gratis project bestempeld. Ofwel: ik ben het volstrekt eens met de Amerikaanse muzikant Moby dat het nu niet goed voelt om vanuit een gefortuneerde positie ergens geld voor te vragen. Maison Melody is daarom kosteloos aan te vragen bij mij of te draaien op streaming platforms als Soundcloud. Weer eens een ander gebaar dan zo’n gezamenlijk lied, niet waar?”

 

[Bart Wijlaars - De Telegraaf - 21 Mei 2020]

Contact Subscribe Mediamusic

Contactform


Please read our Privacy & Cookie statement